Arbeidsmarkt op een keerpunt, krapte blijft

Ondanks de krimpende economie, is er op de arbeidsmarkt nog altijd sprake van flinke krapte. Maar de hyperkrapte lijkt wel op een keerpunt aangekomen. De arbeidsmarktactiviteit (het aandeel mensen dat actief op zoek is naar ander werk) is -ondanks de lage werkloosheid- iets toegenomen en ook het aandeel mensen dat nieuw/ander werk heeft gevonden vlakt af. Het verloop neemt niet verder toe. De sourcingsdruk, die aangeeft in welke mate mensen benaderd worden voor nieuw/ander werk, is voor het eerst in drieënhalfjaar niet toegenomen. En tot slot laat ook de verwachte zoekduur naar een baan geen verdere daling zien. Dit blijkt uit onderzoek naar het arbeidsmarktgedrag van de Nederlandse beroepsbevolking onder een steekproef van ruim 4.000 personen in het vierde kwartaal van 2023, dat al meer dan 20 jaar elk kwartaal wordt uitgevoerd voor Intelligence Group.

Arjan Ruis, senior arbeidsmarktanalist bij Intelligence Group
Arjan Ruis, senior arbeidsmarktanalist bij Intelligence Group

"Het zijn allemaal geen spectaculaire veranderingen, maar alles bij elkaar laat toch een beeld zien van een arbeidsmarkt die in ieder geval niet nóg krapper wordt en waarschijnlijk iets minder oververhit zal worden".

Alle feiten op een rij en meer:

Actieve arbeidsmarktaanbod: 1,06 miljoen personen (groei van 41.000 tov Q3-2023).

Baanwisselingen: 1,85 miljoen personen (geen groei tov Q3 2023).

Sourcingsdruk: 41,6% (geen groei tov Q3 2023).

Verwachte zoekduur: 3 maanden (geen verdere daling).

Verhogen pensioenleeftijd lijkt logische oplossing om tot meer aanbod te komen

Van een ruime arbeidsmarkt is voorlopig geen sprake. Daarvoor zal de vraag flink moeten afnemen en het aanbod moeten toenemen. Beide scenario’s lijken niet voor de hand te liggen. Met de hoge participatiegraad, de lage werkloosheid en beperkte bereidheid om meer te gaan werken is er weinig rek in het aanbod. Mensen meer uren laten maken is wel degelijk een optie om uit te werken, zeker als meer werken extra loont. Hier kan ook een combinatie gevonden met het werken als zzp’er (hybride arbeidsvormen), maar het werken als zelfstandige/flexwerker is geen populaire arbeidsvorm binnen politiek Den Haag. Een andere optie is door arbeid te ‘importeren’ (immigratie), maar los van de politieke en sociaal-maatschappelijke discussie is dat op lange termijn ook geen structurele oplossing. Het verder verhogen van de pensioenleeftijd naar bijvoorbeeld 70 jaar kan daarentegen wel voor duurzaam extra aanbod zorgen. Dit zal echter ook op veel politieke weerstand stuiten, nog afgezien van de bereidheid van mensen of zij nog langer willen doorwerken.

Arbeidsproductiviteit is de sleutel op de arbeidsmarkt, maar die staat onder druk

Op korte termijn zijn er geen eenvoudige oplossingen om tot extra aanbod te komen. In dat geval ligt de sleutel bij het verhogen van de arbeidsproductiviteit (hetzelfde werk met minder mensen doen), maar precies dát is waar het al tijden aan schort binnen de Nederlandse economie. Opvallend is daarom ook dat de werkgelegenheid blijft groeien bij een krimpende economie, wat betekent dat de productiviteit afneemt. “Schaarste op de arbeidsmarkt is mede het gevolg van een allocatieprobleem, waarbij het juiste talent en de juiste skills zich niet in de juiste baan, sector of bij de juiste werkgever bevinden. Gevolg is verloop, een hoog ziekteverzuim en een lage motivatie wat allemaal een negatief effect heeft op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit.”, aldus Geert-Jan Waasdorp CEO van Intelligence Group.

 

Geert-Jan Waasdorp CEO van Intelligence Group. 
Geert-Jan Waasdorp CEO van Intelligence Group. 

“Er is nog onvoldoende pijn bij werkgevers om tot echte grote veranderingen te komen, maar dat is een kwestie van tijd nu de krapte op de arbeidsmarkt de alles beperkende factor is om tot grote maatschappelijke veranderingen te komen”

Extra verdieping op de belangrijkste kengetallen van arbeidsaanbod

De arbeidsmarktactiviteit, de mate waarin de Nederlandse beroepsbevolking actief op zoek is naar een baan, is in vergelijking met vorig kwartaal gestegen. Ook ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022 is er sprake van een toename. Iets minder dan één op de acht personen uit de Nederlandse beroepsbevolking (12,0%) is actief op zoek naar een nieuwe baan. Onder werkenden is dat slechts één op de twaalf (7,9%). De groep latente baanzoekers – zij die niet zozeer actief op zoek zijn, maar wel open staan voor (ander) werk – is met 44,9% ruim drieënhalf keer zo groot als de groep actieve baanzoekers. In de strijd om personeel is daarom vooral het vinden, benaderen en verleiden van de latente baanzoeker belangrijk.

Bij het aantal baanwisselingen lijkt er sprake van een afvlakking. Ten opzichte van het vorige kwartaal was er in absolute zin geen verandering in het aantal mensen dat ander/nieuw werk vond. In relatieve zin wel, het aandeel baanwisselaars/-vinden nam af van 21,1% naar 21,0%. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar is er nog wel sprake van een toename (+15 duizend / +0,1%), maar de groei is beduidend lager dan in voorgaande kwartalen. De mobiliteit/dynamiek is de laatste jaren zeer hoog. Het betreft overigens niet uitsluitend mensen die van baan wisselen, al is dit wel de grootste groep binnen de ruim 1,8 miljoen baanwisselaars. Ook degenen die vanuit een niet-werkende situatie een baan hebben gevonden worden meegeteld. Wanneer de werkgelegenheid toeneemt wordt het aandeel van deze groep groter.

De sourcingsdruk is met 41,6% in het vierde kwartaal onveranderd gebleven. Dat was voor het eerst sinds halverwege 2020 (corona). Ten opzichte van vorig jaar is er sprake nog wel sprake van een lichte toename. Nog altijd worden heel veel mensen uit de Nederlandse beroepsbevolking benaderd door werkgevers/recruiters/bureaus voor een nieuwe baan. Waarschijnlijk ook ingegeven door de passiviteit van de beroepsbevolking (de lage arbeidsmarktactiviteit). De sourcingsdruk is een belangrijke indicator van schaarste op de Nederlandse arbeidsmarkt.

De werkloosheid in Nederland is al geruime tijd zeer laag. Op dit moment is die 3,6% (december 2023). Het CPB voorziet in haar meest recente prognose (augustus 2023) een lichte toename naar 4,0% in 2024, maar dat is alsnog relatief laag. De arbeidsmarkt blijft daarom naar verwachting krap.

De te verwachte zoekduur naar een nieuwe baan is in het vierde kwartaal gestabiliseerd. Deze zoekduur is gebaseerd op de periode die mensen zélf aangeven nodig te hebben voor het vinden van nieuw werk. Het kan gezien worden als vertrouwensindicator van werknemers in de arbeidsmarkt. Met 3,0 maanden is de verwachte zoekduur nog steeds het laagst sinds de start van de metingen in 2011.

Het aandeel baanvinders dat direct een vast contract kreeg is in het vierde kwartaal weer wat gestegen. In het vierde kwartaal gaf 44,0% van de baanvinders aan dat ze direct een vast contract kregen (ten opzichte van 43,0% in het vorige kwartaal). Enerzijds hebben werkgevers te maken met een zeer krappe arbeidsmarkt en proberen ze personeel te verleiden en/of te binden met een vast contract. Anderzijds ervaren ze een afkoelende economie en is er onzekerheid over de toekomst. In tweede kwartaal van 2023 lag het aandeel vaste contracten voor baanvinders op het hoogste punt (44,9%). Nu is dat wat lager, niettemin ligt het aandeel nog steeds erg hoog. Begin 2020, vlak voor het uitbreken van de coronacrisis, was het aandeel ook hoog. Daarna was er sprake van een daling, maar sinds eind 2021 nam het aandeel vaste contracten onder baanvinders weer toe. De cijfers passen bij het beeld van een krappe arbeidsmarkt.

In 2022 ontstonden er bijna 1,6 miljoen nieuwe vacatures volgens het CBS. Dat is een flinke stijging ten opzichte van de 1,4 miljoen nieuwe vacatures in 2021. Wederom werd een record gebroken als het gaat om het aantal nieuwe vacatures. De vacaturegraad (het aantal vacatures t.o.v. het aantal banen van werknemers) bereikte met 17,4% ook een record (het gemiddelde van de afgelopen 25 jaar ligt op 11,8%). Het ongekende vacaturevolume ging (en gaat) bovendien gepaard met een beperkt aanbod van arbeid. De krapte op de arbeidsmarkt was dan ook niet eerder zo groot. De meest recente prognose van het CPB en het UWV over de Nederlandse economie en arbeidsmarkt zijn doorgerekend in ons vacaturemodel. De verwachting op basis van het model is dat het aantal vacatures in 2023 wat is afgenomen tot 1,4 miljoen. Definitieve cijfers volgen half februari, maar alleen al in de eerste drie kwartalen van 2023 ontstonden 1,1 miljoen vacatures. In 2024 en 2025 zal het aantal vacatures eveneens rond de 1,4 miljoen liggen. Het totaal aantal vacatures alsmede de vacaturegraad blijven daarmee relatief hoog.