Inzicht in de actuele stand van zaken en ontwikkelingen op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Wil je op de hoogte blijven van de meest actuele cijfers op de arbeidsmarkt? Meld je aan voor de maandelijkse Arbeidsmarkt in Cijfers update met het formulier onderin deze pagina.
Zie ook onze pagina Arbeidsmarkt in Cijfers België
Siehe auch unsere Seite Arbeitsmarkt in Zahlen Deutschland
Arbeidsmarktactiviteit
De arbeidsmarktactiviteit geeft aan hoe groot het actieve arbeidsaanbod is binnen de Nederlandse beroepsbevolking (excl. zzp’ers en ondernemers). Het zijn de mensen die nu actief op zoek zijn naar (ander) werk. Daarnaast is er een grote groep latente baanzoekers. Zij zijn niet actief op zoek naar ander werk, maar houden de arbeidsmarkt wel in de gaten.
Baanwisselingen
Dit cijfer geeft weer welk deel van de Nederlandse beroepsbevolking (excl. zzp’ers en ondernemers) in de afgelopen 12 maanden ander/nieuw werk heeft gevonden. Het zegt iets over de dynamiek op de arbeidsmarkt. De cijfers hebben betrekking op mensen die een baan hebben gevonden bij een nieuwe werkgever. Interne baanwisselingen zijn niet meegenomen.
Sourcingsdruk
De sourcingsdruk geeft aan welk deel van de Nederlandse beroepsbevolking (exc. zzp’ers en ondernemers) minimaal op kwartaalbasis wordt benaderd door recruiters, werkgevers en/of bureaus voor een nieuwe baan. De sourcingsdruk hangt samen met de schaarste op de arbeidsmarkt. Hoe gewilder (schaarser) mensen zijn, hoe vaker ze worden benaderd.
Werkloosheid
De werkloze beroepsbevolking bestaat uit alle 15- tot 75-jarigen die in Nederland wonen en geen betaald werk hebben, maar wel recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn. De cijfers zijn gecorrigeerd voor seizoensinvloeden en gepresenteerd in duizendtallen.
Werk vinden en behouden
De index geeft een indicatie hoe makkelijk of moeilijk het is om werk te vinden en/of te behouden. Hoe verder de waarde boven de 100, hoe gemakkelijker en omgekeerd. De index is samengesteld uit drie indicatoren die de stromen tussen arbeidsposities beschrijven. Het gaat daarbij steeds om de verandering ten opzichte van de situatie drie maanden ervoor. De drie indicatoren zijn achtereenvolgens: 1) Het aandeel werkenden dat werkloos is geworden (werkzaam -> werkloos). 2) Het aandeel werklozen dat werk heeft gevonden (werkloos -> werkzaam). 3) Het aantal personen dat vanuit een niet-werkende situatie direct een baan vindt (niet-beroepsbevolking -> werkzaam) ten opzichte van het aantal personen dat van een niet-werkende situatie op zoek is naar, en direct beschikbaar is voor werk, maar nog geen werk heeft gevonden (niet-beroepsbevolking -> werkloos).
Wervingshaalbaarheid
De wervingshaalbaarheid is een score tussen de 0 en de 10, gebaseerd op de verhouding van vraag (vacatures) en aanbod (aandeel actieve baanzoekers, zie arbeidsmarktactiviteit) op de arbeidsmarkt. Hoe groter de vraag t.o.v. het aanbod, hoe hoger de score. Dat impliceert een grotere schaarste en daardoor is het moeilijker om personeel te werven. In een krappe arbeidsmarkt geldt dat de vraag (veel) groter is dan het aanbod. In een ruime arbeidsmarkt geldt het omgekeerde. De score van de wervingshaalbaarheid zakt dan onder de 5.
Verwachte zoekduur
De verwachte zoekduur naar een baan is gebaseerd op de periode die mensen zélf aangeven nodig te hebben voor het vinden van nieuw werk. Het kan gezien worden als vertrouwensindicator van werknemers in de arbeidsmarkt. De duur van het sollicitatieproces, het gemak van het vinden van werk en de focus, motivatie en inzet van mensen zijn van invloed op de feitelijke zoekduur.
Baanvinders met vast contract
De grafiek toont het aandeel mensen die de afgelopen 12 maanden ander/nieuw werk hebben gevonden (zie Baanwisselingen) en die direct een vast contract kregen.
Vacatures per kwartaal
De grafiek geeft de ontwikkeling van het aantal nieuwe/ontstane vacatures per kwartaal weer. De cijfers zijn niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. De prognose van het aantal vacatures is gebaseerd op het oordeel van ondernemers ten aanzien van hun eigen bedrijf en de economie/arbeidsmarkt. Meer specifiek gaat het om het oordeel over de productiecapaciteit en de mate waarin ondernemers belemmeringen ervaren door onvoldoende vraag en/of een tekort aan personeel. Deze gegevens komen uit conjunctuurenquête van het CBS. Daarnaast zijn ook de stromen op de arbeidsmarkt een belangrijke factor. Daarbij wordt gekeken naar het aandeel werklozen dat werk vindt, het aandeel werkenden dan werkloos wordt en in hoeverre toetreders tot de arbeidsmarkt snel werk vinden. Het geheel van al deze variabelen blijkt een goede indicator van de vacatureontwikkeling op korte termijn.
Vacatures
De cijfers hebben betrekking op het aantal ontstane/nieuwe vacatures en zijn gepresenteerd in duizendtallen. Het prognosemodel laat zien wat de verwachte ontwikkeling is voor de komende jaren. Input voor de prognose zijn onder andere de ramingen van het CPB en het UWV over de economie en de arbeidsmarkt.
Tekort aan arbeidskrachten
Het percentage ondernemers die aangeven een tekort aan arbeidskrachten als belemmering te ondervinden bij hun activiteiten. Het percentage heeft betrekking op het totale bedrijfsleven (excl. financiële instellingen en nutsbedrijven).
Arbeidsproductiviteit
De groei/toename van de arbeidsproductiviteit is de motor van economische groei op lange termijn. Bovendien kan groei van de arbeidsproductiviteit zorgen voor minder krapte op de arbeidsmarkt. Wat betreft de data; realisaties zijn afkomstig van het CBS. Kwartaalcijfers zijn door Intelligence Group berekend op basis sectorale gegevens over de toegevoegde waarde en het arbeidsvolume (beide gecorrigeerd voor seizoeninvloeden). De grafiek toont naast de realisaties ook de ramingen van het CPB voor de komende jaren. De groeicijfers hebben betrekking op de (volume)ontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar.
Economische groei
De grafiek toont de economische groei (bbp-groei) per kwartaal. Het betreft de jaar-op-jaar groei, d.w.z. de groei ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. De prognose is gebaseerd op de ontwikkeling van een aantal vertrouwens- en stemmingsindicatoren.
Het model is gebaseerd een aantal vertrouwens- en stemmingsindicatoren, zie ook de grafieken hieronder. Afgezien van de uitzonderlijke coronaperiode met zeer grote uitslagen zowel omlaag als omhoog, lijken de gebruikte indicatoren goede voorspellers van de economische groei. Voor de prognose van de komende kwartalen is van elk van de indicatoren gekeken naar de gewogen gemiddelde trend in respectievelijk de afgelopen 24, 12 en 6 maanden (waarbij het recente verleden zwaarder wordt gewogen). Op basis van de trends in de onderliggende indicatoren wordt voor 2024 stabilisatie/nulgroei voorzien. De zeer volatiele en extreme groei in de coronajaren (2020-2021) zijn moeilijk door een model te voorspellen en kunnen een relatief grote impact hebben op de resultaten. Het prognosemodel exclusief de coronajaren is statistisch nog wat beter. Op basis van dat model wordt een lichte groei van 0,5% verwacht.
Consumentenvertrouwen
Het consumentenvertrouwen is een indicator die informatie geeft over het vertrouwen en opvattingen van consumenten ten aanzien van de ontwikkelingen van de Nederlandse economie en hun eigen financiële situatie. Hoe optimistischer of pessimistischer de consumenten gestemd zijn, des te meer zal de waarde van het consumentenvertrouwen positief of negatief afwijken van de nullijn. De grafiek toont het totale consumentenvertrouwen en specifiek het vertrouwen in de economische situatie de komende 12 maanden.
Producentenvertrouwen
Het producentenvertrouwen is een stemmingsindicator van de ondernemers in de industrie die de richting aan geeft waarin de industriële productie zich naar verwachting zal ontwikkelen. Hoe optimistischer of pessimistischer de ondernemers gestemd zijn, des te meer zal de waarde van het producentenvertrouwen positief of negatief afwijken van de nullijn en des te groter is de verwachting dat de productie de komende maanden zal toe- of afnemen.
Uitzenduren
De grafiek toont de procentuele groei/afname van het aantal uitzenduren in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De uitzenduren worden niet in maanden, maar in perioden van vier weken gerapporteerd.
Beurskoers (AEX)
De AEX Index is de belangrijkste Nederlandse beursindex. De index geeft het beeld weer van de koersontwikkeling van de 25 aandelen met de grootste marktkapitalisatie op de Amsterdamse effectenbeurs. Uit het gewogen gemiddelde van de koersen van deze aandelen wordt de stand van de AEX berekend. De grafiek toon de gemiddelde koers per maand.
PMI
Het indexcijfer geeft het vertrouwen weer dat inkoopmanagers hebben in de economie. Hoe groter de PMI afwijkt van de 50, hoe groter ook de mate van verandering is op de economie. Een PMI boven de 50 wijst op een stijgende trend, een positieve economische verwachting. Een PMI van onder de 50 wijst op een trend naar beneden, een negatief marktgevoel.
Huizenprijzen
De grafiek geeft de prijsontwikkeling weer van bestaande koopwoningen in Nederland. Het betreft de procentuele ontwikkeling van de verkoopprijzen t.o.v. dezelfde periode in het voorgaande jaar. De prijsindexcijfers over de bestaande koopwoningen zijn afkomstig van het CBS en gebaseerd op een integrale registratie van verkooptransacties van woningen door het Kadaster en WOZ-waarden van alle woningen in Nederland.
Faillissementen
De grafiek toont het aantal door rechters in Nederland uitgesproken faillissementen. De uitkomsten zijn gecorrigeerd voor het aantal zittingsdagen van de rechtbanken (een kalendermaand kan vier of vijf zogenaamde zittingsdagen bevatten). In de tooltip is ook de faillissementsgraad opgenomen. Dat betreft het aantal faillissementen per 100 duizend bedrijven. Het aantal bedrijven fluctueert namelijk over de tijd (voornamelijk stijging) en daarmee verandert, los van andere effecten/invloeden, ook het absolute aantal faillissementen over de tijd.
Update vierde kwartaal 2023: arbeidsmarkt op een keerpunt
Na drie kwartalen op rij economische krimp was er in het vierde kwartaal van 2023 lichte groei. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022 was er wel een kleine krimp. De jaargroei kwam in 2023 uiteindelijk uit op 0,1% en steekt daarmee schril af tegen de twee voorgaande jaren. Op de arbeidsmarkt is er nog altijd sprake van flinke krapte (laag aanbod en hoge vraag), maar ze lijkt zich nu wel op een keerpunt te bevinden. De arbeidsmarktactiviteit (het aandeel mensen dat actief op zoek is naar ander werk) is – ondanks de lage werkloosheid – wat toegenomen. Dat betekent dat het (actieve) arbeidsaanbod iets groter is. Ook het aandeel mensen dat nieuw/ander werk heeft gevonden vertoont een afvlakking. En de sourcingsdruk, die aangeeft in welke mate mensen benaderd worden voor nieuw/ander werk, is voor het eerst in drieënhalfjaar niet toegenomen. Tot slot laat ook de verwachte zoekduur naar een baan geen verdere daling zien. Het zijn allemaal geen spectaculaire veranderingen, maar alles bij elkaar laat toch een beeld zien van een arbeidsmarkt die in ieder geval niet nóg krapper wordt en naar verwachting iets minder oververhit zal worden.
Van een ruime arbeidsmarkt in voorlopig echter lang geen sprake. Daarvoor zal de vraag flink moeten afnemen. Ondanks de haperende economie en de matige vooruitzichten is die kans (gelukkig) niet erg groot. Een andere manier om de krapte serieus te doen dalen is door een (grote) stijging van het aanbod. Met de hoge participatiegraad en de lage werkloosheid ligt dat niet in de lijn der verwachtingen. Een andere optie is door arbeid te ‘importeren’ (immigratie), maar los van de politieke en sociaal-maatschappelijke discussie is dat op lange termijn ook geen structurele oplossing. Ook het verhogen van de pensioenleeftijd zal een flinke duit in het zakje doen, maar ook dat zal op de nodige weerstand stuiten. De sleutel ligt vooral bij het verhogen van de arbeidsproductiviteit (hetzelfde werk met minder mensen doen), maar precies dát is waar het al tijden aan schort binnen de Nederlandse economie. Let wel, het niveau van de arbeidsmarktproductiviteit is wereldwijd gezien hoog, maar de groei is er al jaren uit. Daarom is het ook opvallend dat de werkgelegenheid blijft groeien bij een krimpende economie. Dat betekent dus dat productiviteit afneemt. Precies wat we niet nodig hebben. Inzet op het vergroten van arbeidsbesparende techniek is een gezamenlijke taak van politiek en werkgevers.
In 2023 ontstonden er ruim 1,4 miljoen miljoen nieuwe vacatures volgens het CBS. Dat is een daling ten opzichte van de bijna 1,6 miljoen nieuwe vacatures in 2022. De vacaturegraad (het aantal vacatures t.o.v. het aantal banen van werknemers) kwam uit met 15,9%, ver boven het gemiddelde van de afgelopen 25 jaar (12,0%), maar wel lager dan in recordjaar 2022 (17,4%) en in 2021 (16,4%). Het hoge vacaturevolume ging (en gaat) bovendien gepaard met een beperkt aanbod van arbeid. De krapte op de arbeidsmarkt ondanks de afname dan ook groot. De meest recente prognose van het CPB en het UWV over de Nederlandse economie en arbeidsmarkt zijn doorgerekend in ons vacaturemodel. De verwachting op basis van het model is dat het aantal vacatures in 2024 en 2025 eveneens rond de 1,4 miljoen zal liggen. Het totaal aantal vacatures alsmede de vacaturegraad blijven daarmee relatief hoog.
De indicatoren op deze website worden periodiek geüpdatet. De cijfers op basis van ons eigen internationale arbeidsmarktonderzoek (ITAM) worden ieder kwartaal bijgewerkt. De overige indicatoren en modellen op deze pagina worden op maandbasis geactualiseerd.
"*" geeft vereiste velden aan
Wil je meer inzicht in arbeidsmarkt cijfers voor jouw specifieke beroepsklasse? Met Giant, het DoelgroepenDashboard of een Talent Intelligence rapport krijg je meer inzicht in jouw doelgroep en hoe de actuele arbeidsmarkt er voor hen uitziet.