See also our Labor Market in Figures Belgium and also our page Labor Market in Figures Germany
Would you like to stay informed about the latest labor market figures? Sign up for the monthly Labor Market in Figures update using the form at the bottom of this page.
Arbeidsmarktactiviteit
De arbeidsmarktactiviteit geeft aan hoe groot het actieve arbeidsaanbod is binnen de Nederlandse beroepsbevolking (excl. zzp’ers en ondernemers). Het zijn de mensen die nu actief op zoek zijn naar (ander) werk. Daarnaast is er een grote groep latente baanzoekers. Zij zijn niet actief op zoek naar ander werk, maar houden de arbeidsmarkt wel in de gaten.
1,09 mln
t.o.v. Q3 2024
-100.000
t.o.v. Q2 2025
-30.000
Baanwisselingen
Dit cijfer geeft weer welk deel van de Nederlandse beroepsbevolking (excl. zzp’ers en ondernemers) in de afgelopen 12 maanden ander/nieuw werk heeft gevonden. Het zegt iets over de dynamiek op de arbeidsmarkt. De cijfers hebben betrekking op mensen die een baan hebben gevonden bij een nieuwe werkgever. Interne baanwisselingen zijn niet meegenomen.
1,66 mln
t.o.v. Q3 2024
-139.000
t.o.v. Q2 2025
-40.000
Sourcingsdruk
De sourcingsdruk geeft aan welk deel van de Nederlandse beroepsbevolking (excl. zzp’ers en ondernemers) minimaal op kwartaalbasis wordt benaderd door recruiters, werkgevers en/of bureaus voor een nieuwe baan. De sourcingsdruk hangt samen met de schaarste op de arbeidsmarkt. Hoe gewilder (schaarser) mensen zijn, hoe vaker ze worden benaderd.
42,0%
Q3 2024
41,4%
Q2 2025
42,3%
Werkloosheid
De werkloze beroepsbevolking bestaat uit alle 15- tot 75-jarigen die in Nederland wonen en geen betaald werk hebben, maar wel recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn. De cijfers zijn gecorrigeerd voor seizoensinvloeden en gepresenteerd in duizendtallen.
401.000
2024 augustus
374.000
2025 juli
388.000
Werk vinden en behouden
De index geeft een indicatie hoe makkelijk of moeilijk het is om werk te vinden en/of te behouden. Hoe verder de waarde boven de 100, hoe gemakkelijker en omgekeerd. De index is samengesteld uit drie indicatoren die de stromen tussen arbeidsposities beschrijven. Het gaat daarbij steeds om de verandering ten opzichte van de situatie drie maanden ervoor. De drie indicatoren zijn achtereenvolgens: 1) Het aandeel werkenden dat werkloos is geworden (werkzaam -> werkloos). 2) Het aandeel werklozen dat werk heeft gevonden (werkloos -> werkzaam). 3) Het aantal personen dat vanuit een niet-werkende situatie direct een baan vindt (niet-beroepsbevolking -> werkzaam) ten opzichte van het aantal personen dat van een niet-werkende situatie op zoek is naar, en direct beschikbaar is voor werk, maar nog geen werk heeft gevonden (niet-beroepsbevolking -> werkloos).
Redelijk makkelijk
Wervingshaalbaarheid
De wervingshaalbaarheid is een score tussen de 0 en de 10, gebaseerd op de verhouding van vraag (vacatures) en aanbod (aandeel actieve baanzoekers, zie arbeidsmarktactiviteit) op de arbeidsmarkt. Hoe groter de vraag t.o.v. het aanbod, hoe hoger de score. Dat impliceert een grotere schaarste en daardoor is het moeilijker om personeel te werven. In een krappe arbeidsmarkt geldt dat de vraag (veel) groter is dan het aanbod. In een ruime arbeidsmarkt geldt het omgekeerde. De score van de wervingshaalbaarheid zakt dan onder de 5.
Moeilijk
Verwachte zoekduur
De verwachte zoekduur naar een baan is gebaseerd op de periode die mensen zélf aangeven nodig te hebben voor het vinden van nieuw werk. Het kan gezien worden als vertrouwensindicator van werknemers in de arbeidsmarkt. De duur van het sollicitatieproces, het gemak van het vinden van werk en de focus, motivatie en inzet van mensen zijn van invloed op de feitelijke zoekduur.
3,1 mnd
Q3 2024
3,1
Q2 2025
3,1
Baanvinders met vast contract
De grafiek toont het aandeel mensen die de afgelopen 12 maanden ander/nieuw werk hebben gevonden (zie Baanwisselingen) en die direct een vast contract kregen.
45,5%
Q3 2024
46,5%
Q2 2025
44,5%
Vacatures per kwartaal
De grafiek geeft de ontwikkeling van het aantal nieuwe/ontstane vacatures per kwartaal weer. De cijfers zijn niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. De prognose van het aantal vacatures is gebaseerd op het oordeel van ondernemers ten aanzien van hun eigen bedrijf en de economie/arbeidsmarkt. Meer specifiek gaat het om het oordeel over de productiecapaciteit en de mate waarin ondernemers belemmeringen ervaren door onvoldoende vraag en/of een tekort aan personeel. Deze gegevens komen uit conjunctuurenquête van het CBS. Daarnaast zijn ook de stromen op de arbeidsmarkt een belangrijke factor. Daarbij wordt gekeken naar het aandeel werklozen dat werk vindt, het aandeel werkenden dat werkloos wordt en in hoeverre toetreders tot de arbeidsmarkt snel werk vinden. Het geheel van al deze variabelen blijkt een goede indicator van de vacatureontwikkeling op korte termijn.
2025Q3 vs 2024Q3
+28 dzd
2025Q4 vs 2024Q4
+4 dzd
Vacatures
De cijfers hebben betrekking op het aantal ontstane/nieuwe vacatures en zijn gepresenteerd in duizendtallen. Het prognosemodel laat zien wat de verwachte ontwikkeling is voor de komende jaren. Input voor de prognose zijn onder andere de ramingen van het CPB en het UWV over de economie en de arbeidsmarkt.
1,43 mln
2025 (progn.)
1,49 mln
2026 (progn.)
1,48 mln
Tekort aan arbeidskrachten
Het percentage ondernemers die aangeven een tekort aan arbeidskrachten als belemmering te ondervinden bij hun activiteiten. Het percentage heeft betrekking op het totale bedrijfsleven (excl. financiële instellingen en nutsbedrijven).
36,3%
Q3 2024
36,9%
Q2 2025
33,9%
Arbeidsproductiviteit
De groei/toename van de arbeidsproductiviteit is de motor van economische groei op lange termijn. Bovendien kan groei van de arbeidsproductiviteit zorgen voor minder krapte op de arbeidsmarkt. Wat betreft de data; realisaties zijn afkomstig van het CBS. Kwartaalcijfers zijn door Intelligence Group berekend op basis sectorale gegevens over de toegevoegde waarde en het arbeidsvolume (beide gecorrigeerd voor seizoeninvloeden). De grafiek toont naast de realisaties ook de ramingen van het CPB voor de komende jaren. De groeicijfers zijn gebaseerd op de (volume)ontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar. De cijfers hebben betrekking op de commerciële sector, d.w.z. alle sectoren (A-U), met uitzondering van verhuur van en handel in onroerend goed (L), openbaar bestuur (O) en onderwijs (P).
gem. 2004-2014
1,0%
gem. 2014-2024
0,6%
prog. t/m 2029
1,1%
Inflatie en lonen
De grafiek toont de gemiddelde prijsontwikkeling van de goederen en diensten die consumenten kopen (inflatie). De mutatie heeft betrekking op de ontwikkeling van de prijzen ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar. Ook wordt de ontwikkeling van de cao-lonen weergegeven. Het gaat hierbij om de cao-lonen (per uur) inclusief bijzondere beloningen (zoals vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, eenmalige beloningen en de tegemoetkoming in de ziektekosten). Daarnaast wordt de ontwikkeling van het gemiddelde van salarissen genoemd in (online) vacatures weergegeven.
Inflatie (sep-sep)
3,3%
Cao-lonen (sep-sep)
4,7%
Tarieven zelfstandig professionals
De grafiek toont de ontwikkeling van de gemiddelde uurtarieven van zelfstandig professionals per kwartaal. Naast het gemiddelde wordt ook de range weergegeven. Die bestaat uit het 20e en het 80e percentiel, d.w.z. de grens van de laagste respectievelijk hoogste 20 procent tarieven. De tariefdata is afkomstig uit verschillende bronnen (HeadfFirst Group, Planet Interim en Sentior) en hebben betrekking op de tarieven zoals genoemd in opdrachten voor zelfstandig professionals (zzp’ers, gedetacheerden en interim professionals). Per kwartaal gaat het om data uit circa 9 duizend opdrachten. De tariefdata is geanalyseerd door Intelligence Group. Daarnaast is de data, waar mogelijk, gewogen naar omvang van de populatie o.b.v. CBS-gegevens. Dit omdat sommige beroepsgroepen/vakgebieden onder- of oververtegenwoordigd zijn. Belangrijk om te vermelden is dat de data voornamelijk betrekking heeft op opdrachten voor theoretisch/hoger opgeleiden (HBO+). Tarieven voor m.n. praktisch opgeleiden (bouw, logistiek, productie, verzorging) zijn slechts beperkt vertegenwoordigd in de data.
€ 92
t.o.v. 2024Q2
2,6%
t.o.v. 2025Q1
-2,2%
Economische groei
De grafiek toont de economische groei (bbp-groei) per kwartaal. Het betreft de jaar-op-jaar groei, d.w.z. de groei ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. De prognose is gebaseerd op de ontwikkeling van een aantal vertrouwens- en stemmingsindicatoren.
Prognose 2025 vs. 2024
+1,7%
Het model is gebaseerd een aantal vertrouwens- en stemmingsindicatoren, zie ook de grafieken hieronder. Voor de prognose van de komende kwartalen is van elk van de indicatoren gekeken naar de gewogen gemiddelde trend in respectievelijk de afgelopen 24, 12 en 6 maanden (waarbij het recente verleden zwaarder wordt gewogen). De gebruikte indicatoren blijken goede voorspellers van de economische groei, afgezien van de uitzonderlijke coronaperiode met zeer grote uitslagen zowel omlaag als omhoog. Voor de prognose van het lopende jaar wordt rekening gehouden met de al gerealiseerde groei in reeds verstreken kwartalen.
Consumentenvertrouwen
Het consumentenvertrouwen is een indicator die informatie geeft over het vertrouwen en opvattingen van consumenten ten aanzien van de ontwikkelingen van de Nederlandse economie en hun eigen financiële situatie. Hoe optimistischer of pessimistischer de consumenten gestemd zijn, des te meer zal de waarde van het consumentenvertrouwen positief of negatief afwijken van de nullijn. De grafiek toont het totale consumentenvertrouwen en specifiek het vertrouwen in de economische situatie de komende 12 maanden.
-32
Producentenvertrouwen
Het producentenvertrouwen is een stemmingsindicator van de ondernemers in de industrie die de richting aan geeft waarin de industriële productie zich naar verwachting zal ontwikkelen. Hoe optimistischer of pessimistischer de ondernemers gestemd zijn, des te meer zal de waarde van het producentenvertrouwen positief of negatief afwijken van de nullijn en des te groter is de verwachting dat de productie de komende maanden zal toe- of afnemen.
-1,6
Uitzenduren
De grafiek toont de procentuele groei/afname van het aantal uitzenduren in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De uitzenduren worden niet in maanden, maar in perioden van vier weken gerapporteerd en kennen per jaar dus dertien perioden.
-4,0%
Beurskoers (AEX)
De AEX Index is de belangrijkste Nederlandse beursindex. De index geeft het beeld weer van de koersontwikkeling van de 25 aandelen met de grootste marktkapitalisatie op de Amsterdamse effectenbeurs. Uit het gewogen gemiddelde van de koersen van deze aandelen wordt de stand van de AEX berekend. De grafiek toon de gemiddelde koers per maand.
916,5
PMI
Het indexcijfer geeft het vertrouwen weer dat inkoopmanagers hebben in de economie. Hoe groter de PMI afwijkt van de 50, hoe groter ook de mate van verandering is op de economie. Een PMI boven de 50 wijst op een stijgende trend, een positieve economische verwachting. Een PMI van onder de 50 wijst op een trend naar beneden, een negatief marktgevoel.
53,7
Huizenprijzen
De grafiek geeft de prijsontwikkeling weer van bestaande koopwoningen in Nederland. Het betreft de procentuele ontwikkeling van de verkoopprijzen t.o.v. dezelfde periode in het voorgaande jaar. De prijsindexcijfers over de bestaande koopwoningen zijn afkomstig van het CBS en gebaseerd op een integrale registratie van verkooptransacties van woningen door het Kadaster en WOZ-waarden van alle woningen in Nederland.
7,9%
Faillissementen
De grafiek toont het aantal door rechters in Nederland uitgesproken faillissementen. De uitkomsten zijn gecorrigeerd voor het aantal zittingsdagen van de rechtbanken (een kalendermaand kan vier of vijf zogenaamde zittingsdagen bevatten). In de tooltip is ook de faillissementsgraad opgenomen. Dat betreft het aantal faillissementen per 100 duizend bedrijven. Het aantal bedrijven fluctueert namelijk over de tijd (voornamelijk stijging) en daarmee verandert, los van andere effecten/invloeden, ook het absolute aantal faillissementen over de tijd.
334
The labor market is becoming less dynamic. More and more employees seem to be adopting a wait-and-see attitude, probably prompted by increasing uncertainty surrounding geopolitical tensions, trade wars, inflation, and low confidence. Fewer people are changing jobs, and the number of people actively looking for (other) work is also falling. At the same time, unemployment is rising slightly, although this is mainly because more people who were previously inactive are now entering the labor market—not because workers are losing their jobs en masse. Nevertheless, the chances of securing a permanent contract remain high, the expected job search duration is short, and sourcing pressure is high. The labor market therefore remains tense.
Unemployment has risen slightly in recent months (3.9% in August 2025). For the first time in a long time, the number of unemployed people exceeded 400,000. However, with the total labor force growing, the relative increase is still limited and unemployment remains very low for the time being. With unemployment rising, finding and/or keeping a job has become somewhat more difficult. This is mainly because new entrants to the labor market are finding it somewhat harder to find work.
Labor market activity, the proportion of people actively looking for (other) work, stood at 12.3% in the third quarter. This represents another decline, both compared to the previous quarter (12.7%) and compared to a year ago (13.5%). The upward trend of recent years clearly reversed in 2025. The lower the labor market activity, the more difficult it is for employers to attract staff. If people are less likely to look for a job on their own initiative, employers will have to focus more on the latent group. However, this group is also shrinking. At 43.8%, it is still considerably larger than the active job seekers, but the percentage has not been this low since the summer of 2017. As a result, the group that is not looking for (other) work at all is actually growing. In the third quarter, it accounted for 44.0%. The Intelligence Group’s surveys have never before shown such a high percentage. People may be adopting a more wait-and-see attitude due to increased uncertainty as a result of geopolitical unrest, the trade war, persistently high inflation, and low (consumer) confidence.
The downward trend in the number of job changes continued in the third quarter. Fewer people found new or different work. The percentage fell to 18.6%, the lowest share in almost four years. Incidentally, this does not exclusively concern people who change jobs, although this is the largest group within the 1.7 million job changers. Those who found a job after being unemployed are also included in the figures. Labor mobility is related to the number of vacancies. The more people change jobs, the greater the number of vacancies to replace the departing staff. At the same time, employees are more inclined to change jobs in a favorable labor market, i.e., when the number of vacancies is high.
In the third quarter, 45.5% of job seekers indicated that they were immediately offered a permanent contract. In the previous three quarters, there was a (slight) decline, but this quarter the share increased again slightly. The highest percentage (46.5%) was reached in the third quarter of 2024. The current share is still high and well above the average for the past ten years (38.2%). The figures are consistent with the picture of a tight labor market.
The sourcing pressure, the extent to which people are approached for a (new) job, fell slightly in the third quarter. The proportion of people who are approached at least once a quarter was 42.0%, compared to 42.3% in the previous quarter. Since mid-2023, the picture has been fairly stable, whereas in the period before that there was a clear upward trend. Looking at the average number of times people are approached on an annual basis, at 8.5 this is relatively high, but it is the lowest figure in the past three years. At its peak, in the third quarter of 2023, this averaged 9.4 times per year. Over the past ten years, the average has been 6.8 times per year. Sourcing pressure is an important indicator of scarcity in the Dutch labor market.
The expected search time for a new job has remained stable at 3.1 months for a long time. Since 2013, apart from the coronavirus years, there has been a downward trend, but this seems to have stopped since the fourth quarter of 2023. The expected search duration is based on the period that people themselves indicate they need to find new work. It can be seen as an indicator of employee confidence in the labor market. At 3.1 months, the expected search duration is still very low compared to all data since measurements began in 2011.
The indicators on this website are updated periodically. The figures based on our own international labor market research (ITAM) are updated every quarter. The other indicators and models on this page are updated on a monthly basis.
Melden Sie sich an, um die neuesten Erkenntnisse, Trends und Updates vom europäischen Arbeitsmarkt direkt in Ihren Posteingang zu erhalten.
"*" indicates required fields